Proteïne C


Ook wel bekend als
proteïne C activiteit, proteïne C antigeen
Officiële naam
proteïne C

Waarom deze test?

Om te onderzoeken of een tekort, of niet goed werkend, proteïne C de oorzaak is van overmatige bloedstolling (trombose).

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

De test meet de hoeveelheid proteïne C in bloed. Proteïne C wordt in de lever geproduceerd en werkt samen met proteïne S om overmatige bloedstolling te voorkomen. Te weinig, of niet goed werkend, proteïne C (en proteïne S) kan ondermeer veroorzaakt worden door een erfelijke fout in het DNA.

Wanneer een bloedvat of weefsel is beschadigd, zal door het lichaam een bloedstolsel worden gemaakt. De bloedstolling is een reeks reacties waarbij stapsgewijs eiwitten (stollingsfactoren) worden geactiveerd, wat uiteindelijk resulteert in de vorming van een stabiel bloedstolsel. Dit bloedstolsel voorkomt verder bloedverlies en beschermt de wond tot deze genezen is. Wanneer het bloedstolsel niet langer nodig is, wordt het weer afgebroken door andere eiwitten.

Proteïne C is, samen met proteïne S, betrokken bij het proces dat de bloedstolling weer stopt als de wond gedicht is. Wanneer er sprake is van onvoldoende, of niet goed werkend, proteïne C dan loopt de bloedstolling uit de hand en zet het stollingsproces zich ongeremd voort. Hierbij kunnen schadelijke en ongewenste bloedstolsels ontstaan in de bloedcirculatie (trombose, longembolie).

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De arts vraagt proteïne C aan bij patiënten met een trombose of een longembolie, vaak in combinatie met proteïne S, factor V Leiden mutatie, protrombine mutatie, lupus anticoagulans en antitrombine. Zeker als het gaat om relatief jonge mensen (

Wat betekent de uitslag?

Normaal:Wanneer zowel de activiteit als de hoeveelheid proteïne C of S normaal is. Als normaalwaarde voor de activiteit wordt vaak 70 - 130 % gehanteerd.

Verhoogd:Verhoogde hoeveelheden van proteïne C veroorzaken normaal gesproken geen ziekte.

Verlaagd:Lage hoeveelheden proteïne C kunnen leiden tot een overmatige vorming van bloedstolsels. Ook als er voldoende proteïne C aanwezig is, maar met onvoldoende activiteit, dan kan dit aanleiding geven tot een overmatige bloedstolling. Verlaagde concentraties worden, gevonden bij:

een erfelijke oorzaak, tevens gevonden bij leverziekten een tekort aan vitamine K gebruik van antistollingsmiddelen diffuse intravasale stolling (DIS) ernstige infecties nierziekte, kanker HIV tijdens de zwangerschap direct na het plaatsvinden van trombose of een longembolie.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.