Anti-gladde spier
Waarom deze test?
Om na te gaan of er sprake is van een leverontsteking veroorzaakt door autoantilichamen (autoimmuun hepatitis).
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
In veel organen van het lichaam, bijvoorbeeld in de darmen, bevindt zich zogenaamd 'glad spierweefsel'.
De test bepaalt of en in welke mate antistoffen tegen dit gladde spierweefsel in het bloed aanwezig zijn. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen aan om ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. Soms gaat er iets mis waardoor antistoffen worden gemaakt tegen gezonde, lichaamseigen cellen, weefsels of organen. Deze auto-antistoffen geven aanleiding tot zogeheten autoimmuunziekten en leiden tot beschadigingen en ontstekingen van lichaamsweefsels en organen.
Autoimmuun leverontsteking of autoimmuun hepatitis is een acute of langdurige (chronische) ontsteking van de lever veroorzaakt door auto-antistoffen. De leverontsteking wordt in dit geval niet opgewekt door bekende veroorzakers zoals virussen, geneesmiddelen, gifstoffen, erfelijke ziekten of alcoholmisbruik. De ziekte kan leiden tot blijvende schade aan en littekenvorming in het leverweefsel (levercirrose). In sommige gevallen leidt het tot complete uitval van de leverfunctie (leverfalen).
Er is een sterk verband tussen de aanwezigheid van de genoemde antistoffen tegen glad spierweefsel en chronische autoimmuun hepatitis. De aanwezigheid van deze antistoffen tegen glad spierweefsel is echter niet kenmerkend voor de aandoening. Ze kunnen ook voorkomen bij andere vormen van leverziekten.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
De dokter vraagt deze test aan om de oorzaak van een leverontsteking op te sporen. Leverontsteking kan diverse oorzaken hebben en het is voor de behandeling belangrijk om te weten wat de precieze oorzaak is. Indien er antistoffen tegen glad spierweefsel aanwezig zijn, is een autoimmuun leverontsteking de meest voor de hand liggende oorzaak van de ziekte.
De test is niet specifiek voor autoimmuun leverontsteking. Dat betekent dat de antisoffen tegen glad spierweefsel ook bij andere autoimmuunziekten worden gevonden. Autoimmuun hepatitis kan op elke leeftijd voorkomen. Verreweg de meeste patiënten zijn vrouw. Bij ongeveer 80% van de patiënten met autoimmuun hepatitis worden antistoffen tegen glad spierweefsel gevonden.
Vaak zijn daarnaast ook andere autoantistoffen in het bloed aanwezig, bijvoorbeeld anti-nucleaire antistoffen (ANA). Om autoimmuun hepatitis vast te stellen, vraagt de de dokter de test voor het aantonen van antistoffen tegen glad spierweefsel meestal aan in combinatie met andere autoantistoftesten zoals ANA, antistoffen tegen mitochondriën of antistoffen tegen LKM-1.
Wat betekent de uitslag?
Normaal: Bij mensen zonder een leverontsteking of met een leverontsteking die niet door autoimmuniteit veroorzaakt wordt, worden zelden antistoffen tegen glad spierweefsel gevonden. Bij minder dan 3% van gezonde mensen kunnen ze wel aanwezig zijn maar dan meestal van tijdelijke aard.
Verhoogd: Wanneer antistoffen tegen glad spierweefsel worden aangetoond, is dit nog geen bewijs voor het bestaan van een autoimmuun hepatitis. Maar als een leverontsteking is vastgesteld op grond van ander onderzoek en daarnaast antistoffen tegen glad spierweefsel aanwezig zijn, is dit wél een sterke aanwijzing voor het bestaan van een autoimmuun hepatitis.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.