Natrium


Ook wel bekend als
Na
Officiële naam
natrium

Waarom deze test?

Om te controleren of de hoeveelheid natrium in het bloed of urine normaal is.

Welk materiaal?

Bloed en/of urine.

Wat wordt er getest?

De test meet de hoeveelheid natrium in bloed of urine. Natrium komt met name voor buiten de cellen en is in alle lichaamsvloeistoffen aanwezig. Natrium speelt samen met andere elektrolyten zoals kalium, chloride en bicarbonaat een belangrijke rol bij het regelen van de vochtbalans in het lichaam (verdeling van water in het lichaam). Natrium komt, behalve in keukenzout (natriumchloride), voor in vrijwel alle voedingsmiddelen. De meeste mensen krijgen ruim voldoende natrium binnen. Het lichaam neemt op wat het nodig heeft en het teveel ingenomen natrium wordt via de nieren in de urine uitgescheiden. Het lichaam probeert via verschillende regelsystemen (hormonen, dorstgevoel) de hoeveelheid natrium in het lichaam heel constant te houden.

Een afwijkende hoeveelheid natrium in het bloed wordt meestal veroorzaakt door problemen in de natriumregelsystemen. Als de hoeveelheid natrium in het bloed verandert, verandert ook de hoeveelheid water in het lichaam. Deze veranderingen leiden tot een tekort (dehydratie) of een teveel (oedeem, vaak in de benen) aan water in het lichaam.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Ook wordt de natrium-concentratie wel bepaald in 24-uurs urine. Voor het verzamelen van 24-uurs urine moet na het opstaan de blaas eerst helemaal leeg worden geplast. Na dat moment wordt alle urine 24 uur lang verzameld in een speciale fles (bokaal). Ook de urine geproduceerd in de nacht moet in deze fles worden verzameld. Na 24 uur moet ook de laatste urine worden opgevangen. De fles moet steeds gekoeld bewaard worden (bijvoorbeeld in de koelkast). Aan het eind van het verzamelen van de urine de begin- en eindtijd noteren. Daarna de fles dezelfde dag nog afleveren bij het laboratorium. Al deze informatie staat ook in een folder die door het laboratorium wordt meegegeven.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De natriumbepaling is een van de meest aangevraagde testen. De dokter vraagt de bepaling vaak aan als onderdeel van een pakket van testen om een indruk te krijgen van de algemene gezondheid van de patiënt.

Met de natriumbepaling kan worden vastgesteld of een te hoog of te laag natriumgehalte de oorzaak kan zijn van een ziekte of aandoening van de hersenen, longen, lever, hart, nieren, schildklieren of bijnieren. Hiervoor worden behalve natrium meestal ook de andere elektrolyten gemeten zoals kalium, chloride en bicarbonaat.

De natriumbepaling wordt ook gebruikt om het effect van een behandeling te volgen. Bijvoorbeeld behandeling van een verstoorde elektrolytbalans of behandeling met plaspillen (diuretica). De meeste plaspillen zorgen ervoor dat er meer natrium, en daardoor ook water, wordt uitgeplast.

Wat betekent de uitslag?

De natriumconcentratie wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Voor bloed ligt de normale natriumwaarde tussen 135 en 145 mmol/l. De hoeveelheid natrium in urine kan sterk uiteenlopen. Vaak wordt het als normaal beschouwd wanneer iemand per 24 uur 130 tot 200 mmol natrium in de urine uitplast.

Verhoogd

Een verhoogde hoeveelheid natrium in bloed (natriumconcentratie meer dan 145 mmol/l, hypernatriëmie) wordt vrijwel altijd veroorzaakt door verlies aan water (dehydratie) zonder voldoende water te drinken. Dat water kan verdwijnen door te plassen, dus via de nieren. Water kan ook verloren gaan door zweten of bij koorts. Symptomen zijn: droog slijmvlies (mond), dorst, rusteloosheid, onlogisch gedrag en, bij hoge concentraties, zelfs toevallen en uiteindelijk coma. Soms wordt hypernatriëmie veroorzaakt door een verhoogde inname van zout terwijl het lichaam onvoldoende water vasthoudt. Dit komt bijvoorbeeld voor als er te weinig ADH (antidiuretisch hormoon) wordt aangemaakt (diabetes insipidus).

Verlaagd

Een verlaagde hoeveelheid natrium in bloed (natriumconcentratie minder dan 135 mmol/L, hyponatriëmie) wordt meestal veroorzaakt door veel natriumverlies bij onder andere diarree, overmatig zweten, het gebruik van plaspillen of een nierziekte. Ook kan het natriumgehalte verlaagd zijn door hoge waterinname (overmatig water drinken) of het vasthouden van water (oedeem) bij onder andere hartfalen, levercirrose of nierziekte met veel eiwitverlies in de urine. Als de hoeveelheid natrium in bloed snel daalt, voelt iemand zich zwak en moe. In ernstige gevallen wordt een patiënt verward en kan uiteindelijk in coma raken.

Natrium in urine

De hoeveelheid natrium in urine kan héél laag zijn wanneer het lichaam heel zuinig is op het natrium en de nieren bijna geen natrium in de urine uitscheiden. Hierdoor wordt zo veel mogelijk water in het bloed vastgehouden. De natriumconcentratie in de urine kan dan minder dan 10 tot 15 mmol/L bedragen. Bij het gebruik van plaspillen of bij diabetes insipidus is de natriumconcentratie in urine veelal hoger dan 15 tot 20 mmol/L.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.