Myoglobine


Ook wel bekend als
hartmerker
Officiële naam
myoglobine

Waarom deze test?

Om vast te stellen of er sprake is van spierschade en met name om het risico voor acute nierschade in te schatten. Daarnaast kan de bepaling gebruikt worden om een hartinfarct uit te sluiten.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

Myoglobine komt vrij bij schade aan hart- en skeletspierweefsel en wordt met de urine uitgescheiden (myoglobinurie). Bij veel ziekten maakt spierverval grote hoeveelheden myoglobine vrij (verwondingen, verbrandingen, bevriezing of alcoholmisbruik). De test meet de hoeveelheid myoglobine in het bloed en urine. Myoglobine is een eiwit dat in grote hoeveelheden voorkomt in de spieren. Als de spiercellen beschadigd raken, gaan de cellen kapot waardoor myoglobine lekt naar het bloed. Als er myoglobine verhoogd in het bloed aanwezig is, duidt dat op spierschade. De beste wijze om acute nierschade door een verhoogd myoglobine vast te stellen is de bepaling van myoglobine in serum, aangevuld met de zogenaamde myoglobineklaring.

Het hart is een spier en bevat dus ook myoglobine. Bij een hartaanval krijgt het hart te weinig zuurstof en dat geeft schade aan de hartspier. De patiënt krijgt hierdoor last van pijn op de borst en kortademigheid. Als de hartspiercellen kapot gaan is binnen twee uur myoglobine meetbaar in het bloed.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Bloed: een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Urine: de getimede urine (urine verzameld gedurende een vaste tijd; meestal gedurende 2 of 4 uur) dient in een buffer (10 g BSA/l PBS) te worden verzameld.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De dokter vraagt de myoglobinebepaling aan om te onderzoeken of een patiënt met verhoogde spierafbraak ook kans loopt op acute nierschade door het neerslaan van myoglobine in de nieren.

Bij een hartaanval komen behalve myoglobine verschillende andere stoffen vrij in het bloed waaronder CK-MB en troponine. Myoglobine zal als eerste, na ongeveer 2 uur meetbaar zijn. CK-MB en troponine komen later vrij en zijn na ongeveer 8 uur meetbaar. Tegenwoordig wordt troponine als enige merkstof voor hartspierschade aanbevolen.

Wat betekent de uitslag?

De referentiewaarde in serum is < 76 microgram/l; in urine < 6 microgram/l

Belangrijker dan referentiewaarden is de risico-inschatting van acute nierschade:

· Myoglobine serum hoog (> 400 microgram/l) en myoglobineklaring laag (< 4 ml/min): hoog risico

· Myoglobine serum hoog (> 400 microgram/l) en myoglobineklaring hoog (> 4 ml/min): laag risico

· Myoglobine serum hoog (< 400 microgram/l) : minimaal risico

Normaal

Er is is geen verhoogde myoglobine meetbaar in het bloed en er is dus geen sprake van (hart)spierschade. Dus er is geen kans op nierschade door myoglobine. Ook een hartaanval is uitgesloten.

Verhoogd

Er is sprake van (hart)spierschade en mogelijk kans op acuut nierfalen.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.