Immunoglobuline E
Waarom deze test?
Om allergieën te onderzoeken en in zeldzame gevallen speciale vormen van kanker.
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
Deze test meet de hoeveelheid immunoglobuline E (IgE) in bloed. Immunoglobulinen, ofwel antistoffen, zijn eiwitten die door de afweercellen worden geproduceerd om lichaamsvreemde stoffen op te ruimen en om infecties te bestrijden (virussen, bacteriën of parasieten). Er bestaan vijf verschillende typen immunoglobulinen: IgG, IgM, IgA, IgD en IgE. IgE's helpt onder andere bij het bestrijden van parasieten zoals wormen. Soms schiet de verdediging van het lichaam door en wordt er niet alleen IgE gemaakt tegen indringers, maar ook tegen ongevaarlijke stoffen, ook wel allergenen genaamd, bijvoorbeeld graspollen of kattenhuidschilfers. Iemand kan een allergie ontwikkelen voor zo'n allergeen. Er zijn twee verschillende IgE-bepalingen: de totale hoeveelheid IgE in het bloed en de hoeveelheid IgE tegen een specifiek allergeen, bijvoorbeeld IgE tegen graspollen.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
De dokter vraagt deze test meestal aan wanneer hij vermoedt dat er sprake is van een allergie veroorzaakt door IgE. Hierbij zal de totale hoeveelheid IgE worden bepaald, maar ook de hoeveelheid IgE tegen specifieke allergenen (bijvoorbeeld IgE tegen graspollen).In zeldzame gevallen zoals vermoeden van hyper-IgE syndroom, IgE producerend multiple myeloom (tumor) of een parasitaire infectie, wordt de totaal-IgE bepaling aangevraagd.
Wat betekent de uitslag?
Normaal
De referentiewaarden voor IgE zijn leeftijdsgebonden; bij volwassenen is het gehalte IgE hoger dan bij kinderen. Verder zijn de referentiewaarden afhankelijk van de gebruikte meetmethode. Daarom heeft ieder laboratorium eigen referentiewaarden voor totaal IgE. De referentiewaarden voor specifieke allergenen zijn: minder dan 0,35 kU per liter. Een normale uitslag betekent dat het onwaarschijnlijk is dat er sprake is van een allergie veroorzaakt door IgE. Soms kan echter bij iemand een normale hoeveelheid IgE worden gemeten, maar zijn er wel allergische klachten; verder onderzoek is dan meestal noodzakelijk.
Verhoogd
Als de hoeveelheid IgE is verhoogd kan dat passen bij de klachten van allergie, maar het komt ook voor dat de klachten (helemaal) niet passen bij de verhoogde IgE-uitslag. Daarom kan de diagnose ‘allergie' alleen worden gesteld op basis van klachten, eventueel aangevuld met de IgE uitslag(en). Een sterk verhoogde uitslag kan passen bij het hyper-IgE syndroom of een IgE producerend multiple myeloom (tumor). In beide gevalen moet een allergie zijn uitgesloten.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.