Eosinofiele granulocyten
Waarom deze test?
Om ziekten op te sporen waarbij het afweersysteem betrokken is. Eosinofiele granulocyten spelen vooral een rol bij allergische reacties en parasitaire infecties.
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
Deze test meet het aantal eosinofiele granulocyten in het bloed. Eosinofiele granulocyten zijn (naast lymfocyten, neutrofiele granulocyten, basofiele granulocyten en monocyten) één van de vijf verschillende soorten witte bloedcellen in het bloed. De witte bloedcellen maken deel uit van het afweersysteem en helpen het lichaam bij de bescherming tegen vreemde indringers. Bij binnendringende parasieten of allergenen spelen eosinofiele granulocyten vaak een rol.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Bloed uit een ader
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Bloed uit een vingertop
Met een scherp naaldje wordt een gaatje geprikt in de top van één van de vingers. Daar komt dan een druppel bloed uit die wordt opgevangen op een strip of in een buisje. Als er te weinig bloed uitkomt, wordt er op de vinger geduwd om het eruit te drukken. Hoe warmer de handen zijn, hoe makkelijker het gaat. Het naaldje wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
Bij klachten die wijzen op allergie of een parasitaire infectie kan het zinvol zijn om het aantal eosinofiele granulocyten te meten. De test wordt altijd uitgevoerd als onderdeel van een compleet bloedonderzoek. Aan de hand van het aantal en het type witte bloedcellen kan de dokter achterhalen of het afweersysteem goed werkt. Vooral het aantal lymfocyten en neutrofiele granulocyten is belangrijk voor een goed functionerend afweersysteem.
Wat betekent de uitslag?
NormaalDe referentiewaarden kunnen per laboratorium verschillen, maar het aantal eosinofiele granulocyten is normaal gesproken laag. Het ligt ongeveer tussen 0,1 en 0,5 x 109 cellen per liter.
VerhoogdEen verhoogd aantal eosinofiele granulocyten wijst meestal op een parasitaire infectie of op een allergische reactie zoals hooikoorts, astma of voedselallergie. Een verhoogd aantal eosinofiele granulocyten wordt ook gevonden bij eosinofiele leukemie, het hypereosinofiel syndroom en bij sommige autoimmuunziekten.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.