Trypsine
Waarom deze test?
Deze test wordt gebruikt om te controleren of de alvleesklier goed werkt. Daarnaast kan het, naast een aantal andere testen, gebruikt worden om cystic fibrosis (CF, taaislijmziekte) op te sporen.
Welk materiaal?
Ontlasting (faeces)
Wat wordt er getest?
De test meet de hoeveelheid trypsine in de ontlasting. Trypsine wordt gevormd in de dunne darm. Het ontstaat uit trypsinogeen dat door de pancreas (alvleesklier) wordt afgegeven.
Trypsine is een enzym dat voedingseiwitten afbreekt tot kleine stoffen (aminozuren). Deze aminozuren worden via de dunne darm opgenomen in het bloed zodat het lichaam ze kan gebruiken voor de opbouw van nieuwe eiwitten. Als de alvleesklier goed werkt wordt er voldoende trysinogeen, de voorloper van trypsine, gemaakt en zal er in de ontlasting altijd trypsine kunnen worden aangetoond.
Bij patiënten met cystic fibrosis (CF, taaislijmziekte) kunnen slijmpropjes de buisjes van de alvleesklier blokkeren waardoor er weinig trypsinogeen in de dunne darm komt en er weinig of geen trypsine wordt gemaakt. De hoeveelheid trypsine in de ontlasting zal laag zijn. Bij patiënten met een beschadigde alvleesklier, bijvoorbeeld door een alvleesklierontsteking of door alvleesklierkanker, wordt er minder trypsinogeen gemaakt, waardoor er in de ontlasting ook weinig of geen trypsine kan worden aangetoond.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Afhankelijk van de test wordt van één of meer dagen ontlasting verzameld in speciale potjes. In het deksel zit een schepje waardoor de handen schoon blijven. Een paar dagen van te voren mogen sommige zaken niet gegeten worden, zoals vlees en rauwe groenten. Ook een aantal soorten pijnstillers mag dan niet gebruikt worden.
Wanneer wordt deze test gedaan?
De dokter vraagt de test aan bij klachten die wijzen op een verstoorde opname van voedingseiwitten. Met behulp van de trypsinetest kan worden nagegaan of de klachten worden veroorzaakt door een tekort aan trypsine als gevolg van een verminderde alvleesklierwerking of door de ziekte cystic fibrosis. Deze test wordt tegenwoordig niet vaak meer gebruikt.
Wat betekent de uitslag?
Normaal: Bij normale hoeveelheden trypsine in de ontlasting is er geen aanwijzing voor een verminderde werking van de pancreas of voor cystic fibrosis (CF, taaislijmziekte).
Verlaagd: Een verlaagde hoeveelheid trypsine in de ontlasting is een aanwijzing voor een verminderde werking van de alvleesklier of voor cystic fibrosis, maar de testuitslag is geen sluitend bewijs. Om deze aandoeningen vast te stellen is verder onderzoek gewenst.
Bij sterke verdenking van cystic fibrosis zijn de zweettest en/of de DNA-test op cystic fibrose de aangewezen testen om de ziekte vast te stellen. Bij verdenking van een verminderde werking van de alvleesklier kunnen een vetmeting of een elastasemeting in de ontlasting of de bepaling van amylase of lipase in bloed verder helpen bij de diagnose.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.