Reumafactor
Waarom deze test?
Om na te gaan of de symptomen van een patiënt mogelijk veroorzaakt worden door reuma (reumatoïde artritis) of het syndroom van Sjögren (chronische ontsteking van traan- en speekselklieren).
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
De test meet of reumafactoren aanwezig zijn in het bloed en zo ja, hoeveel. Reumafactoren (RF) zijn auto-antilichamen ofwel, antistoffen tegen het eigen lichaam. Zij behoren meestal tot de antistoffen van het type IgM (Immunoglobuline M) die door het immuunsysteem worden gemaakt. Deze IgM auto-antilichamen zijn gericht tegen het eigen immunoglobuline G (IgG). In het algemeen kan worden gezegd dat auto-antilichamen eigen lichaamsweefsel aanvallen omdat dit weefsel, per abuis, wordt gezien als lichaamsvreemd wat vernietigd moet worden. Reumafactoren beschadigen de gewrichten niet rechtstreeks maar leiden tot ontstekingen. Deze ontstekingen beschadigen het gewrichtsweefsel.
Reumafactoren komen voor bij reuma, maar ook bij andere auto-immuunziekten zoals het syndroom van Sjögren. Daarnaast kunnen ze ook voorkomen bij langdurige bacteriële- of virale infecties. Ook bij gezonde mensen kunnen kleine hoeveelheden reumafactor in het bloed worden aangetroffen. Reumafactoren zijn dus niet specifiek voor reuma.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
De dokter vraagt een reumafactortest aan als de klachten mogelijk veroorzaakt worden door reuma. Klachten die bij reuma horen zijn pijnlijke gewrichten die warm aanvoelen, stijf zijn (met name in de ochtend) en gezwollen. Ook komen er vaak elastisch aanvoelende knobbels onder de huid voor, meestal aan de buitenzijde van de onderarm en op drukplekken.
De reumafactortest helpt om reuma te onderscheiden van andere aandoeningen die gepaard gaan met gewrichtsontsteking (artritis) en vrijwel dezelfde klachten (gewrichtspijn, ontsteking en stijfheid). Naast de reumafactortest zal de dokter soms ook compleet bloedonderzoek aanvragen in combinatie met testen op antistoffen zoals ANA (anti-nucleaire antistoffen) en anti-CCP (antistoffen tegen gecitrulineerde peptiden) en/of testen op ontstekingen zoals CRP (C-reactief proteïne) en BSE (bloedbezinking).
De anti-CCP test kan helpen om reuma in een vroege fase te ontdekken. In een aantal laboratoria wordt in plaats van de RF- test meteen een anti-CCP test gedaan. De reumafactor-test wordt ook aangevraagd als een patiënt klachten heeft die wijzen op het syndroom van Sjögren (chronische ontsteking van traan- en speekselklieren). Klachten daarbij zijn een droge mond, droge ogen en/of huid, gewrichtspijn en spierpijn. Om de diagnose op het syndroom van Sjögren te kunnen vaststellen, zal de dokter vaak ook laten testen op andere autoantilichamen zoals anti-SS-A en anti-SS-B.
Wat betekent de uitslag?
De uitslag van de reumafactortest is afhankelijk van de gebruikte testmethode. Daarom variëren referentiewaarden van laboratorium tot laboratorium.
Normaal: Het niet aantreffen van reumafactor hoeft niet te betekenen dat een patiënt geen reuma of syndroom van Sjögren heeft. Bij ongeveer 20% van de patiënten met reuma, en nog meer bij patiënten met het syndroom van Sjögren, is de test op reumafactor negatief (of onder de gehanteerde referentiewaarde).
Verhoogd: Bij klachten die wijzen op reuma of het syndroom van Sjögren wijst een verhoogde hoeveelheid reumafactor erop dat de patiënt waarschijnlijk reuma dan wel het syndroom van Sjögren heeft. Hoge reumafactorwaarden bij een patiënt lopen niet altijd gelijk op met de ernst van de klachten. Wel is het zo dat hoge reumafactorwaarden vaak gezien worden bij patiënten met actieve reuma.
De testuitslag samen met de symptomen van de patiënt bepalen de diagnose. Bij oudere personen wordt vaker een positieve test gevonden zonder dat er sprake is van een auto-immuunziekte, zoals reuma of het syndroom van Sjögren. Daarnaast wordt bij gezonde personen soms ook reumafactor aangetroffen. Ook bij patiënten met endocarditis, tuberculose, syfilis, sarcoϊdose, kanker, virale infecties of ziekten aan de longen, lever of nieren is de test op reumafactor soms positief.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.