BNP of NTproBNP
Waarom deze test?
Om bij klachten zoals kortademigheid en vermoeidheid te onderzoeken of er sprake is van hartfalen en hoe ernstig de aandoening is.
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
Deze test meet de hoeveelheid BNP of NT-proBNP in het bloed. Wanneer hartfalen (verminderde pompfunctie van het hart) ontstaat, gaat het hart als reactie het hormoon pro-BNP produceren. Deze stof helpt de pompfunctie te verbeteren, door de bloeddruk te verlagen en door te stimuleren dat er meer zout en water wordt uitgeplast. Dit pro-BNP wordt in twee stukken geknipt waarbij BNP en NT-proBNP ontstaan. Dit gebeurt voornamelijk in de linkerhelft van het hart, vanwaar het bloed door het hele lichaam wordt gepompt.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
De arts vraag een BNP of NT-proBNP aan bij symptomen van hartfalen (kortademigheid, vermoeidheid, opgezette voeten en benen). De test wordt vaak uitgevoerd bij opname van patiënten op spoedeisende hulp waarbij de arts wil weten of kortademigheid veroorzaakt wordt door een slecht pompfunctie van het hart of door een probleem in de longen.
Zowel BNP als NT-proBNP kan worden gemeten om hartfalen uit te sluiten, echter hierbij zijn ook andere onderzoeken nodig zoals een hartfilm (ECG) en heeft de arts informatie nodig omtrent de klachten en zal een lichaamlijk onderzoek plaatsvinden. Als al deze onderzoeken geen afwijking laten zien, kan hartfalen veilig uitgesloten worden. Het aantonen van hartfalen is bij geringe klachten en ook bij oudere mensen lastiger omdat kleine verhogingen van NT-proBNP of BNP ook bij gezonde mensen kan voorkomen.
Wat betekent de uitslag?
De uitslag van beide testen is sterk afhankelijk van de gebruikte methode. Zodoende variëren referentiewaarden (en eenheden) van laboratorium tot laboratorium.
Licht tot sterk verhoogd: Sterk verhoogde waarden wijzen erop dat de patiënt hartfalen heeft. Hoe hoger de waarden hoe ernstiger het hartfalen. Licht verhoogde waardes zijn niet goed bruikbaar omdat dit ook bij mensen zonder hartfalen kan voorkomen. Ook hebben oudere mensen of mensen met een nierziekte verhoogde waarden. De hoeveelheid NT-BNP neemt toe met de leeftijd. Daarom worden ook leeftijdsafhankelijke referentiegrenzen gebruikt
Verlaagd: Lage waarden voor BNP en NT-proBNP sluiten tezamen met normale uitslagen van ECG en lichaamlijk onderzoek hartfalen uit.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.