vWf
Waarom deze test?
Om de oorzaak van bloedingsneiging (te langzame bloedstolling) op te sporen.
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
De test bepaalt het gehalte en de werking van de von Willebrand factor (vWf) in bloed. De vWf is een van de ruim twintig eiwitten die betrokken zijn bij de bloedstolling. Als een bloedvat beschadigd is, komt een ingewikkeld proces op gang waarbij zowel bloedplaatjes als stollingseiwitten een rol spelen. Uiteindelijk ontstaat een netwerk van draden (fibrine) waarin bloedplaatjes (trombocyten) worden gevangen om een stabiel stolsel te vormen. Hierdoor stopt de bloeding. Na genezing van de verwonding wordt het stolsel weer opgeruimd.
De vWf is een stollingsfactor die tijdens het stollingsproces een lijmfunctie vervult. Het eiwit is namelijk nodig voor de hechting van bloedplaatjes aan het stolsel en het beschadigde bloedvat. vWf vormt een soort brug tussen een bloedplaatje en de beschadigde vaatwand.
De vWf heeft ook nog een andere functie, namelijk als transporteiwit van een ander stollingseiwit, factor VIII.
Bij de ziekte van Von Willebrand (een erfelijke ziekte) is er sprake van te weinig of van niet goed functionerend vWf. Dit zal leiden tot een minder goed werkend bloedstollingssysteem. Afhankelijk van de ernst van de ziekte heeft de patiënt dan last van lichte tot ernstige bloedingen. Sommige vrouwen hebben bijvoorbeeld last van veel bloedverlies tijdens de menstruatie, andere patienten hebben bijvoorbeeld veel last van neusbloedingen.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
De test wordt aangevraagd als de arts vermoedt dat er sprake is van een bloedingsneiging door een tekort aan vWf of niet goed functionerend vWf.
De test wordt met name gebruikt bij verdenking op een erfelijke verlaging van vWf (de ziekte van Von Willebrand). Hierbij komt vaak al op jonge leeftijd bloedingsneiging voor en wordt de aandoening bij meerdere leden binnen één familie vastgesteld.
Om een afwijkend vWf aan te tonen wordt de vWf test ook wel uitgevoerd in combinatie met ander onderzoek naar de bloedstolling. Soms vraagt de arts de vWf test aan om het effect van behandeling van de ziekte van Von Willebrand te volgen.
Wat betekent de uitslag?
Normaal:Een vWf gehalte tussen 0,50 en 1,50 U/ml (of 50-150%) is normaal.
Verhoogd:Verhoogde waarden van vWf in het bloed kunnen voorkomen bij een acute ziekte, bij stress of bij ontstekingen. Verder leiden zwangerschap en het gebruik van orale anticonceptiva (de pil) tot hogere hoeveelheden vWf in het bloed.
Verlaagd:Een verlaagd vWf komt voor bij patiënten met bloedingsneiging als gevolg van de ziekte van Von Willebrand (een erfelijke ziekte). Ook verworven (niet erfelijke) vormen van deze ziekte komen voor en worden het Von Willebrand-syndroom genoemd.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.