Vitamine K1
Waarom deze test?
Om een tekort aan vitamine K1 op te sporen.
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
De test meet de hoeveelheid vitamine K1 in het bloed. De belangrijkste bronnen van vitamine K1 zijn groene groenten (zoals broccoli, andijvie, kool en spinazie), melk, vlees en vis. Ook wordt vitamine K1 aangemaakt door darmbacteriën. Vitamine K1 wordt via de darmen opgenomen in de bloedbaan en naar de lever vervoerd en vervolgens naar de verschillende lichaamsweefsels. De reserve bevindt zich in de lever en is toereikend voor ongeveer twee maanden.
Vitamine K1 is nodig voor het activeren van zogeheten stollingsfactoren, dat zijn eiwitten die betrokken zijn bij het bloedstollingproces. Deze stollingsfactoren worden in de lever gemaakt. Voldoende vitamine K1 is dus belangrijk voor het stollingsproces bij een bloeding.Bloedverdunners (acenocoumarol, fenprocoumon, warfarine) houden de stollingsfactoren tot bepaalde hoogte inactief doordat ze de werking van vitamine K1 tegenwerken. Soms wordt door de arts vitamine K gegeven om de werking van deze bloedverdunners, indien nodig, te stoppen.
Pasgeborenen in Nederland krijgen direct na de geboorte druppels met vitamine K1. Ongeveer 50% van de pasgeboren lijkt een tekort te hebben en daardoor een verhoogde kans op bloedingen. Er komt weinig vitamine K1 via de placenta van moeder naar het kind en de lever van het kind is nog niet in staat om voldoende stollingsfactoren te maken. Verder bevat moedermelk weinig vitamine K1 en de babydarmen bevatten nog geen bacteriën die vitamine K1 maken.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
Indien er sprake is van bloedingen of een toegenomen risico is op bloedingen worden er testen ingezet om te onderzoeken of de stolling nog goed werkt. Als blijkt dat er te weinig actieve stollingsfactoren II, VII, IX en X zijn, wordt naar een oorzaak gezocht. Eén van de oorzaken, hoewel zeldzaam, kan een tekort aan vitamine K1 zijn.
Wat betekent de uitslag?
Normaal
De normaalwaarde voor vitamine K1 ligt tussen 0,8 en 5,3 nmol/L.
Verhoogd
Een hoog vitamine K1 is van weinig tot geen betekenis.
Verlaagd
De hoeveelheid vitamine K1 in het bloed weerspiegelt de voorraad in de lever. Als er veel bloedingen zijn geweest kan de voorraad uitgeput raken. Ook als er te weinig vitamine K1 door de darmen wordt opgenomen, kan de voorraad te klein worden. Oorzaken voor een verminderde opname hangen samen met een verminderde werking van de alvleesklier, problemen met de galafvloed of een gestoorde werking van de lever. Een vitamine K1 tekort kan ook ontstaan als er te weinig voedsel gegeten wordt dat vitamine K1 bevat. Vooral anorexia nervosa patiënten lopen risico.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.