Lithium
Waarom deze test?
De test wordt hoofdzakelijk toegepast om het effect van een lithiumtherapie te volgen en om lithiumvergiftiging te voorkomen.
Welk materiaal?
Bloed
Wat wordt er getest?
De test bepaalt de hoeveelheid lithium in bloedserum, dat wordt verkregen na verwijdering van bloedcellen uit het bloed. Lithium is een medicijn dat wordt toegepast voor de behandeling van manische depressie. Lithiumtherapie kan suïcide voorkomen bij bepaalde patiënten. Bij iemand die uitsluitend aan depressies lijdt, kan lithium het effect van andere antidepressiva versterken. Lithium heeft in het centraal zenuwstelsel een wisselwerking met meerdere neurotransmitters. Uiteindelijk is het effect dat de productie van noradrenaline afneemt en die van serotonine toeneemt. Lithium heeft geen duidelijk gedragseffect, wanneer gezonde mensen een therapeutische dosis innemen. Het is niet precies bekend hoe lithium werkt.
Hoe wordt het materiaal verkregen?
Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.
Wanneer wordt deze test gedaan?
Lithium wordt het meest gebruikt voor de behandeling van een manisch-depressieve stoornis (90%). Toediening vindt plaats als lithiumcarbonaat of -citraat, wat vrijwel volledig opgenomen wordt in de darmen. De piekwaarde in het bloed is bij normale medicatie 1,5 tot 2 uur na inname. Lithium wordt door de nieren uit het lichaam verwijderd. De halveringstijd is 12 tot 48 (oplopend tot 60). Een verminderde nierfunctie kan leiden tot een vertraagde klaring.De test wordt toegepast om de therapie te volgen en om toxiciteit te vermijden. De eerste symptomen van vergiftiging zijn apathie, inertie, slaperigheid, lethargie, spraakproblemen, onregelmatige tremor, myoclonische spasmen, spierzwakte en ataxie.
Wat betekent de uitslag?
Normaal
Normaal komt lithium niet in het bloed voor. Het therapeutisch gebied is: 0,5 - 1,2 mmol/L (12 uur na toediening).
Verhoogd
Een concentratie van meer dan 1,5 mmol/L (12 uur na een toegediende dosis) wijst op een vergroot risico op een lithiumvergiftiging.
Verlaagd
Als de hoeveelheid lithium lager is dan de therapeutische grens van 0,5 mmol/L, wordt lithium niet of onvoldoende opgenomen in het lichaam en is er geen therapeutisch effect.
Nog vragen?
De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.
Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.
Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.