Bloedonderzoek, hoe gaat dat?

Aanvraag onderzoek
Aanvraag onderzoek

Een arts vraagt bloedonderzoek aan en de patiënt wordt verwezen naar een bloedafnamelocatie.

Afname en transport
Afname en transport

Het bloed wordt afgenomen in buisjes met een kleurcodering en naar het laboratorium getransporteerd.

Voorbewerking
Voorbewerking

Bij het laboratorium wordt het bloed voorbewerkt door bijvoorbeeld in een centrifuge de cellen van het plasma te scheiden.

Analyse
Analyse

De aangevraagde testen worden uitgevoerd en er wordt gecontroleerd of de uitslagen correct gemeten en betrouwbaar zijn.

Beoordeling en consult
Beoordeling en consult

De klinisch chemicus beoordeelt de uitslagen en geeft indien nodig een bijbehorende toelichting of advies aan de aanvrager.

Uitslag onderzoek
Uitslag onderzoek

De arts zal de uitslag van het bloedonderzoek terugkoppelen naar de patiënt en eventueel verdere actie ondernemen.

Top 5 veelgestelde vragen

De klinische chemie draait om het meten van chemische stoffen in het bloed en in andere soorten lichaamsvocht. Dit kan een simpele meting zijn van bijvoorbeeld het ijzergehalte in het bloed, of een ingewikkelde bepaling van een afwijking in het DNA, en alles daar tussenin. Zo’n meting heeft als doel om een oorzaak te vinden voor lichamelijke klachten, een ziekteverloop te volgen of om te controleren of een behandeling werkt. Meestal worden stofjes gemeten die altijd al in het lichaam aanwezig zijn, maar die afwijken als je ziek bent.

Het onderzoeken van stofjes die van nature niet in het lichaam thuis horen, zoals drugs en medicijnen, gebeurt niet door de afdeling klinische chemie, maar door de ziekenhuisapotheek. Het controleren van lichaamsmateriaal op virussen, bacteriën of schimmels gebeurt door de microbiologen, en de mensen van het pathologisch laboratorium controleren weefsels uit het lichaam op afwijkingen. Zij kijken bijvoorbeeld of er kankercellen aanwezig zijn. Zo zijn deze taken verdeeld in een ziekenhuis.

Meer informatie over de klinische chemie vindt u bij de achtergrondinformatie op deze website.

De klinisch chemicus is verantwoordelijk voor het bloed en ander lichaamsvocht vanaf het moment dat dat wordt afgenomen bij de patiënt, totdat de arts de uitslag van het onderzoek heeft. Hij of zij adviseert de arts dan ook over de diagnostiek, eventuele vervolgonderzoeken en de behandeling. De klinisch chemicus geeft daarnaast leiding aan het klinisch chemisch lab, is daar verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking en doet wetenschappelijk onderzoek.

Klinisch chemici hebben eerst een natuurwetenschappelijke doctoraalstudie gevolgd, bijvoorbeeld chemie, biochemie, medische biologie, farmacie, geneeskunde of gezondheidswetenschappen. Velen sloten die studie af met een promotie. Daarna volgden ze nog een vierjarige opleiding onder leiding van een ervaren klinisch chemicus in een erkend opleidingsinstituut.

Meer informatie over de klinisch chemicus vindt u bij de achtergrondinformatie op deze website.

Maak, als dit nodig is op de locatie waar u bloed gaat laten prikken, een afspraak voor de bloedafname. Vraag uw behandelend arts of u voor het onderzoek nuchter moet zijn. Verzamel indien nodig van te voren urine, ontlasting of ander materiaal en neem dit mee naar de bloedafname. Volg altijd de instructies die uw behandeld arts en/of het laboratorium geeft over de bloedafname.

Link naar vraag 'Wat betekent het dat ik nuchter moet zijn voor de bloedafname?'

Bij het bekijken van uw labuitslagen is het goed om te letten op de referentiewaarden die bij de uitslagen vermeld staan. Deze geven het bereik aan waarbinnen 95 procent van de gezonde proefpersonen valt. Als u labuitslagen wilt vergelijken met eerder onderzoek, let dan ook op de eenheden die bij de bepaling staan. Als onderzoek in andere laboratoria uitgevoerd is, kunnen de eenheden verschillen. Hierdoor kunnen de uitslagen erg verschillend lijken. Vraag daarom altijd aan uw arts hoe u de uitslagen moet lezen. Deze kan de uitslagen interpreteren in relatie tot uw klachten, medische voorgeschiedenis en uitslagen van andere onderzoeken.

Nee, je kunt niet alle ziekten in het bloed zien. Voor het stellen van een diagnose is soms meer nodig dan alleen bloedonderzoek. Het kan zijn dat er bijvoorbeeld een biopt genomen wordt, dus dat er een stukje weefsel afgenomen wordt voor onderzoek. Ook kunnen er echo's, foto's of scans nodig zijn om een ziekte aan te tonen. Vaak wordt een combinatie van verschillende onderzoeken gebruikt om tot een conclusie te komen.

meer veelgestelde vragen